Jane Eyre
“Reader, I married him.”
De roman over de krachtige en onafhankelijke Jane Eyre werd gepubliceerd in 1847 en was meteen een succes in Engeland. De eerste Nederlandse vertaling van Jane Eyre (met de titel Jane Eyre, of Het Leven eener Gouvernante) verscheen in 1856. In 2014 verscheen de vertaling van Babet Mossel, bekroond met de Martinus Nijhoff prijs in 2015.
De recensies in Engeland spraken over de vitaliteit en frisheid van het verhaal, het was vernieuwend en ook geliefd door de ‘Gothic’ elementen. In de Victoriaanse tijd was de ‘gothic novel’ een populair genre in Engeland. In Jane Eyre zie je dit bijvoorbeeld terug in het grote landhuis (Thornfield Hall) van de aristocraat Edward Rochester en het gevoel dat daar iets aan de hand is. Als Jane er woont om als gouvernante te werken voor Rochester’s dochter ervaart ze dit al snel. Op een bepaald moment hoort ze spookachtig gelach klinken door de gangen van het huis:
"It was a curious laugh; distinct, formal, mirthless. I stopped: the sound ceased, only for an instant; it began again, louder: for at first, though distinct, it was very low. It passed off in a clamorous peal that seemed to wake an echo in every lonely chamber; though it originated but in one, and I could have pointed out the door whence the accents issued."
De roman geeft een gedetailleerde inkijk in de binnenwereld van Jane en dat werd volop geprezen. Het succes was zo groot dat Charlotte Brontë er niet onderuit kwam om haar echte identiteit te onthullen. Voor publicatie had ze gekozen voor de gender neutrale schuilnaam Currer Bell. Ze wist namelijk maar al te goed dat ze als vrouwelijke auteur anders zou worden beoordeeld dan een man. Ze had al diverse keren geprobeerd om gedichten gepubliceerd te krijgen. In 1836 schreef ze een brief aan Robert Southey (in Engeland de hofdichter in die periode) met een paar van haar gedichten. Hij maakte haar duidelijk dat haar toekomst als vrouw niet bij de literatuur kon liggen:
“Literature cannot be the business of a woman’s life, & it ought not to be. The more she is engaged in her proper duties, the less leisure she will have for it, …”
(bron: The Brontës – Juliet Barker)
Charlotte stond niet alleen in haar schrijverschap. Samen met haar broer Branwell en zussen Emily en Anne was ze vanaf jeugdige leeftijd bezig met lezen en met het verzinnen van verhalen. Vader Brontë zorgde ervoor dat er altijd genoeg goede boeken en tijdschriften in huis waren zodat de kinderen zich konden ontwikkelen. Op jonge leeftijd ging ze gedichten schrijven en romans. Uiteindelijk zouden haar Jane Eyre en haar zus Emily’s Wuthering Heights (persoonlijk mijn favoriete Brontë roman als ik er een moet kiezen, maar daarover in een andere blog meer) uitgroeien tot 2 grote klassiekers binnen de Engelstalige literatuur. Voor meer over Charlotte en haar zussen kan ik je aanraden om eens te zoeken op Youtube, hierbij een suggestie:
Met Jane Eyre creëerde Charlotte Brontë een heldin met een gewoon, misschien zelfs saai uiterlijk maar zodanig interessant dat ze juist onweerstaanbaar werd. Het is de persoonlijkheid van Jane die haar zo interessant maakt. En dat maakt ook dat de roman uitstijgt boven het niveau van een liefdesverhaal.
Jane is een heel gewoon weesmeisje, een ‘nobody’. Ze heeft geen familie, geen geld, geen schoonheid, geen vooruitzichten en geen levenservaring. Ja, ze heeft een tante. Maar die behandelt haar slecht en stuurt haar naar een meisjesschool. De slechte ervaringen die Jane op die school heeft put Brontë uit eigen ervaringen. Als kind kreeg ze een korte periode les op een school voor domineesdochters (haar vader had een parochie in Yorkshire) en die ervaringen gebruikt ze in Jane Eyre.
Ondanks de tegenslagen in Jane’s jeugd weet ze zich te ontwikkelen tot lerares en later tot gouvernante, een van de weinige mogelijkheden voor vrouwen in die tijd. De jonge Jane is pas 18 als ze terecht komt in de wereld van de veel oudere ‘byronic’ Edward Rochester, een rijke, aristocratische en wereldse man. Tegen alle conventies in worden de twee verliefd. Ze is, zoals Rochester het zelf zegt, zijn ‘girl bride’, zijn ‘little Jane’. Maar op de dag van haar huwelijk komt Jane er achter dat Rochester al getrouwd is. Zijn vrouw zat al die tijd in een kamertje op de bovenste verdieping van het landhuis opgesloten en het was zij die Jane af en toe hoorde lachen. Rochester probeert Jane over te halen om ondanks zijn huwelijkse staat bij hem te blijven maar Jane weigert dit. Binnen de Victoriaanse conventies lag deze weigering wellicht voor de hand. Maar het gaat Jane niet om conventies. Het gaat haar om haar eigen waardigheid. Ze wil geen relatie zonder erkenning van zichzelf als persoon. Ze wil geen mannelijke dominantie en geen vader-kind relatie. Jane verlangt naar een relatie die is gebaseerd op gelijkheid en respect en ondanks haar verlangen naar hem laat ze Rochester weten:
"I am no bird; and no net ensnares me; I am a free human being with an independent will, which I now exert to leave you.”
Brontë beschrijft op een indringende manier het intense verdriet en de verlatenheid van Jane nadat ze vertrokken is van Thornfield Hall. Ik heb het bijna ademloos gelezen en kon het boek niet wegleggen. Natuurlijk las ik het boek ook al eens op veel jongere leeftijd. Maar nu, zelf vele ervaringen verder, komt het zoveel meer binnen! Ze vlucht met een gebroken hart en reist zonder geld of duidelijke bestemming te voet, berooid en alleen door het platteland en komt ze - bijna verhongerd - terecht in een dorpje waar ze onderdak vindt. Ze krijgt hulp van een vriendelijke geestelijke, St. John Rivers (een moralistisch karakter waar ik persoonlijk nogal wat aversie bij voel), en zijn twee zussen, Diana en Mary. Ze nemen haar in huis, ondanks dat ze haar echte identiteit aanvankelijk niet kennen. Ze krijgt er een nieuw leven en werkt zelfs als lerares in een dorpsschooltje.
Later – en ik geef toe, dit ligt er wat dik bovenop - ontdekt Jane dat de familie Rivers haar verwanten zijn. Ze erft zelfs een groot fortuin van een overleden oom in Madeira. Een huwelijksaanzoek van St. John Rivers, die wil dat ze met hem meegaat als missionaris naar India slaat ze – ondanks de morele druk – beleefd af.
Als ze na een openbaring weer contact zoekt met Edward Rochester treft ze hem arm, blind en kreupel aan na een tragisch ongeval dat is veroorzaakt door de – inmiddels overleden – ex-vrouw. De rollen zijn nu omgedraaid en Jane krijgt haar geliefde op haar eigen voorwaarden. Lezer, ze trouwde met hem!
Het karakter van Jane, haar integriteit, haar sterke gevoel van eigenwaarde en haar diepste gevoelens en gedachten die op een bijzonder overtuigende manier worden beschreven, is de grote kracht van deze roman. Brontë geeft met Jane Eyre een stem aan de lagere klasse en aan de vrouw. Nooit eerder had een Engelse roman de emoties en passies van een vrouw zo beschreven. En het is absoluut feministisch te noemen hoe Jane pleit voor de vrijheid van vrouwen:
‘Women are supposed to be very calm generally: but women feel just as men; they need exercise for their faculties, and a field for their efforts as much as their brothers do; they suffer from too rigid a restraint, too absolute a stagnation, precisely as men would suffer; and it is narrow-minded in their more privileged fellow creatures to say that they ought to confine themselves to making puddings and knitting stockings, to playing on the piano and embroidering bags. It is thoughtless to condemn them, or laugh at them, if they seek to do more or learn more that custom has pronounced necessary for their sex.’
Verfilmingen
Er zijn diverse verfilmingen van Jane Eyre. De versie uit 2011 is zeer geprezen. De film is te streamen via diverse platforms. De regie is van Cary Fukunaga met Mia Wasikowska (Jane) en Michael Fassbender (Rochester). Zie onderstaande trailer.
De volledige film uit 1970 is te vinden op YouTube. Dit is echt een klassieke versie onder regie van George C. Scott
En voor wie het niet klassiek genoeg kan hier ook nog de versie uit 1943 van Robert Stevensen met Orson Welles en Joan Fontaine: